Oldenzaal kende in de 19e eeuw al zijn Vasseloamd. Zelfs de grootste werkgever, Gelderman, zette op die dinsdag de getouwen stil en gaf de arbeiders - op eigen kosten uiteraard- een middag vrij. Dan trok men in groepjes door de stad van café naar café waar men met het grösmèèjeke - het glaasje zonder voet - rondging om een borrel te scoren. In de laatste jaren voor de oorlog werd het feest vooral in besloten kring gevierd. In de loop van 1954 werd het initiatief genomen om een vereniging op te richten, die ook een carnavalsoptocht zou gaan organiseren. De naam, De Kadolstermennekes, is de Oldenzaalse benaming voor winterkoninkjes. De eerste Hoogheid werd prins Tubantianus I (Herman Kammerich).